Taekwondo terminologie

Koreaanse termen voor de gele band (8e KUP). 

Algemeen
Tae = Trappen met de VOET
Kwon= Stoten met de VUIST
Do = Methode, kunst, way of life
Taekwondo = Kunst of methodewaarbij voeten en vuisten gebruiktworden.Tellen
Hana      = Een
Doel       = Twee
Set         = Drie
Net         = Vier
Daseot    = Vijf
Richtingen
Ap = Voorwaarts
Twio = Springend Standen = seogi
Ap seogi= voorwaartse stand (klein),loopstand
Ap kubi = voorwaartse stand (groot)
Naranhi seogi= parallelstand, evenwijdige

stand

 

Lichaamsdelen
Olgul = Hoge zone: gedeelte van hetlichaamboven de sleutelbeenderen
Momtong = Midden zone: gedeelte vanhet lichaam vanaf de sleutelbeenderentot navel
Arae = Lage zone: gedeelte van lichaamonder de navel
Son = Hand
Bal= Voet
Afweren en blokkeren = makki
De benaming van afweren is vaak een samenstellingvan verschillende woorden.Aanduiding van de zone waarin de afweer plaats vindt:
• arae = lage zone
• momtong = midden zone
• olgul = hoge zoneArae makki = Lage afweer
Momtong anmakki = Binnenwaartse afweer opmidden hoogte
Olgul makki = Hoge afweer
In de dojang
Dojang = Trainingsruimte
Sabeomnim = Leraar
Dobok = Taekwondopak
Tie = Gordel
Kup= Graad, gekleurde gordels van wit toten met roodzwart
Dan = Graad, gebruikt voor de zwarte gordels
Charyot = Bevel: aandacht
Kyongnee = Bevel tot groeten
Junb i= Bevel : klaarstaan
Keuman = Bevel : stop, einde
Si chak = Bevel: start
Kallyo = Onderbreken, stoppen
Dwiro-dora = Bevel: omdraaien
Kihap = Kreet
Poomsee = Stijlfiguur

Stoten = jireugi
Momtong jireugi = stoot naar de middenzone Trappen = chagi
Apchagi = Voorwaartse trap
Twio chagi = Gesprongen trap
Twio apchagi = Gesprongen voorwaartse trapTaegeuk Il JangApseogiApkubi

Arae makki

Momtong anmakki

Olgul makki

Momtong jireugi

Apchagi

 

Koreaanse termen voor de geel-groene band (7e KUP). 

Tellen
Yeoseot = Zes
Ielgop = Zeven
Yeoldoel = Acht
Ahop = Negen
Yeol = Tien Slaan = chigi
Apchigi = Voorwaartse slag
Anchigi = Binnenwaartse slag
Hansonnal mokchigi = Slag met

enkel handzwaard in de nek

 

Stoten = jireugi
Olgul jireugi= stoot naar de hoge

zone

 

Trappen = chagi
Pickyo chagi= Trap tussen ap en

dollyo chagi
Naeryo chagi= Neerwaartse trap

 Richtingen
Owen = Links
Oreun = Rechts Standen = seogi
Juchum seogi= paardrijderstand (voeten parallel)

 

 

Taegeuk I Jang

Apseogi

Apkubi

Araemakki

Momtong anmakki

Olgul makki

Momtong jireugi

Olgul jireugi

Apchagi

Koreaanse termen voor de groene band (6e KUP). 

 Lichaamsdelen
Mok = Hals, nek
Sonnal = Handzwaard (pinkzijde)
Apchuk = Bal van de voet
Dwichuk = Onderkant van de hiel
Balnal = Meskant van de voet
Baldeung = Wreef, rugkant van de voet
Balnaldeung = Binnenzijde, onderkant van devoet
Dwikkumchi = Hiel (achterkant)
Balbadak = Voetzool

 

Afweren en blokkeren = makki
De benaming van afweren is vaak een

samenstelling van verschillende woorden.

Hansonnal momtong bakkatmakki =

Buitenwaartse afweer met één enkele

meshand in de midden zone
Sonnal momtong makki = Met beide meshanden

op midden hoogte afweren
Sonnal arae makki = Lage afweer met beide

meshanden

Richtingen
Dwit = Achterwaarts 

Standen = seogi
Dwitkubi = L stand, gewicht achter


Stoten = jireugi
Baro jireugi = stoot gelijk aan de natuurlijk

stap (R-arm + L-voet voor)
Bandae jireugi = tegengestelde stoot aan de natuurlijke stap (R-arm + R-voet voor)
Dubeon jireugi = tweemaal achterelkaar

stoten, terwijl men in dezelfde stand blijft

staan

 

Trappen = chagi
Apchuk apchagi = Voorwaartse trap met

de bal van de voet
Dwitchagi = Achterwaartse trap

 

In de dojang
Kyorugi = Vrij sparren
Sebonkyorugi = 3-stapstechnieken
Hosinsul = Zelfverdediging

 

Tijdens Wedstrijd
Chong = Blauw
Hong = Rood
Seung = Winnaar

Overzicht technieken per Taegeuk

Taegeuk Sam Jang

Dwitkubi

Hansonnal momtong bakkatmakki

Dubeon momtong jireugi

Hansonnal mokchigi

Koreaanse termen voor de groen-blauwe band (5e KUP). 

Lichaamsdelen
Deung = Rug
An palmok = Binnenkant onderarm(duimzijde)
Bakkatpalmok = Buitenkant onderarm

(pinkzijde)
Jumeok = Vuist
Deungjumeok = Rugzijde van de vuist
Pyonsonkeut = Speerhand

 

Afweren en blokkeren = makki
aanduiding van de richting waarin de afweer gebeurt:
• an = binnenwaarts
• bakkat = buitenwaarts
• yop = zijwaarts

wijze van blokkeren:
• kodureo = afweer met versteviging

het lichaamsdeel waarmee de afweer wordt uitgevoerd:
• bakkatpalmok = buitenkant van de

onderarm
• anpalmok = binnenkant van de onderarm
• sonnal = meshand
• hansonnal = één enkele meshand

Bakkatpalmok momtong bakkatmakki= Buitenwaartse afweer met buitenkant pols
op midden hoogte

 

Tijdens Wedstrijd
Hogo= Borstbeschermer

 Richtingen
Yop = Zijwaarts
An = Binnenwaarts
Bakkat = Buitenwaarts 

Standen = seogi
Dwitkubi = L stand, gewicht achter


Slaan = chigi

Jebipoom mokchigi= Slag in zwaluwvorm

(naar de kin of naar de nek)
Deungjumeok apchigi= Voorwaartse slag met

rugzijde van de hand

 

Steken = tzireugi
Pyonsonkeut tzireugi = steek met de

vingertoppen


Trappen = chagi

Yopchagi= Zijwaartse trap

 

 

Taegeuk Sa Jang

Sonnal momtong makki

Bakkatpalmok momtong bakkatmakki

Pyonsonkeut tzireugi

Jebipoom mokchigi

Deungjumeok olgul apchigi

Yopchagi

Koreaanse termen voor de blauwe band (4e KUP).

Lichaamsdelen
Pal  = Arm
Palkup = Elleboog
Palmok = Voorarm
Mejumeok = Hamervuist

In de dojang
Hanbon kyorugi= 1-stapstechnieken
Hanbon kyorugi seogi= 1-stapstechnieken met

de hand
Hanbon kyorugi chokki= 1-stapstechnieken met

de voet

 

Richtingen
Dollyo = Cirkelend, draaiend

Standen = seogi
Moa seogi = gesloten stand
Koaseogi = gekruiste stand
Slaan = chigi
Naeryo chigi = Neerwaartse slag
Mejumeok naeryo chigi = Neerwaartseslag met hamervuist
Palkup chigi = Slag met de elleboog
Palkup pyojeok chigi = Voorwaartse slag

met elleboog, waarbij de tegenstander

met de andere hand wordt vastgepakt

 

Trappen = chagi
Hoereo chagi = Zweeptrap
Mireo chagi= Duwtrap

 

Overzicht technieken per Taegeuk

Taegeuk O Jang

Koa seogi

Mejumeok naeryo chigi

Palkup dollyo chigi

Palkup momtong pyojeok chigi

Koreaanse termen voor de blauw-rode band (3e KUP)

Afweren en blokkeren = makki
wijze van blokkeren:
hecho = gespreide afweer
het lichaamsdeel dat afweert :
batangson = handpalm
Hansonnal olgul bakkatmakki = Buitenwaartse

afweer met één meshand in de hoge zone
Bakkatpalmok olgul bakkatmakki = Buitenwaartse

afweer met buitenkant van de onderarm in de

hoge zone
Hecho araemakki = Gespreide lage afweer
Batangson momtong anmakki = Binnenwaartse

afweer met de middenhoogte

 

Op wedstrijd
Hechyo = Bevel: uit mekaar Trappen = chagi
Dollyo chagi = Cirkeltrap voorwaarts
• apchuk dollyo chagi= Cirkeltrap met

de bal van de voet
• baldeung dollyo chagi = Cirkeltrap

met de wreef

 

Overzicht technieken per Taegeuk

Taegeuk Yuk Jang

Hansonnal olgul bakkatmakki

Bakkatpalmok olgul bakkatmakki

Hecho araemakki

Batangson momtong anmakki

Dollyochagi

Koreaanse termen voor de rode band (2e KUP). 

Lichaamsdelen
Mureup= Knie

 

Afweren en blokkeren = makki
wijze van blokkeren:
otgoreo  = gekruiste afweer

Kawimakki = Schaarafweer :

anpalmok momtong bakkatmakki met

de ene arm en araemakki met de

andere arm
Bakkatpalmok momtong hechomakki

= Buitenwaartse gespreide afweer op

midden hoogte met de buitenkant van

de onderarmen
Otgoreo arae makki = Gekruiste lage

afweer

 

Standen
Beom seogi = tijgerstand

 

Trappen = chagi
Pyojeok chagi = “doel”trap, wordt steeds

met de voetzool getrapt. Er vindt geen

buig-strek-buig-beweging plaats, zoals

bij de uitvoering van de meeste andere

trappen. Het been is en blijft licht

gebogen tijdens de uitvoering.Stoten
Dujumeok jeocho jireugi = dubbele stoot met

omgekeerde vuist
Yopjireugi = zijwaartse stoot

 

Slaan
Deungjumeok dwigyo apchigi  = Voorwaartse slag

met rugzijde van de hand, terwijl de andere vuist

de slagarm ondersteunt
Deungjumeok bakkatchigi = Buitenwaartse slag

met rugzijde van de hand
Mureup apchigi = Voorwaartse kniestoot

 

TaegeukChil Jang

Beom seogi

Juchum seogi

Sonnal area makki

Kawimakki

Bakkatpalmok momtong hecho makki

Otgoreo araemakki

Deungjumeok dwigyo apchigi

Deungjumeok olgul bakkat chigi

Mureup apchigi

Dujumeok jeocho jireugi

Momtong yopjireugi

Bojumeok

Pyojeok chagi

Koreaanse termen voor de rood-zwarte band (1e KUP). 

Bakkat palmok kodureo makki                  = Verstevigde afweer met buitenkant

onderarm

Oesanteul makki= Bergafweer met

twee armen

 

 

Taegeuk Pal Jang

•Bakkatpalmok kodureo momtong/araemakki

•Oesanteul makki

•Dangkyoteok jireugi

•Palkup olgul dollyo chigi

•Twio apchagi

 

Dangkyo teok jireugi = opstoot naar de

kin terwijl de andere hand vastgrijpt

 

Palkup dollyo chigi = Draaiende stoot

met de elleboog